Onafhankelijk van elkaar wezen twee wiskundedocenten mij op de inspirerende rubriek die Martin Kindt in de Nieuwe Wiskrant had: 'Wat te bewijzen is'. Daarom bekeek ik een paar afleveringen en kwam tot de conclusie dat ik het met die docenten eens ben. Het prikkelde mij ook om bij deze rubriek animaties te maken. | ||
Is het mogelijk een vierkant tegelpatroon te maken, zó dt dit 'eerlijk' gedeeld kan worden in twee kleinere vierkanten? Deze vraag beantwoordt Martin Kindt in de eerste aflevering van de rubriek. De conclusie is dat \(\sqrt{2}\) niet te schrijven is als breuk. |
Een getal is deelbaar door 3, als (en alleen als) de som van de cijfers deelbaar is door 3. En dat hangt af van de kleur van dat getal. |
|
Zwaartelijnen snijden elkaar in stukken die zich verhouden als \(2 : 1\). Martin Kindt bewijst dit direct met oppervlakten. |
De som van de afstanden van een punt binnen (of op de rand van) een gelijkzijdige driehoek tot de zijden van die driehoek is gelijk aan de lengte van een hoogtelijn van die driehoek, ongeacht de plaats van dat punt. Martin Kindt brengt dit in verband met optimaliseren. |
|
Een generalisatie van de stelling van Pythagoras. Als hoek C een rechte hoek is, is \(c^2\) gelijk aan \(a^2 + b^2\). Als hoek C kleiner is, dan is \(c^2\) kleiner en als hoek C groter is, dan is \(c^2\) groter. De vraag hoe groot het verschil is, is te beantwoorden na deze aflevering. |
\(3^2 + 4^2 = 5^2\). Dat is bekend. Het houdt ook verband met driehoeksgetallen. Dat is minder bekend. Hoe dat zit legt Martin Kindt uit. |
|
Hoe geef je een toegankelijke verklaring voor de formule voor de inhoud van een piramide? Daarvoor geeft Kindt een verklaring zonder dunne schijven die dezelfde inhoud hebben. In aflevering 8 werd dit vervolgd met een verklaring voor de formule voor de inhoud van een bol. |
|
|
XXX |
XXX |
|
XXX |
XXX |
|
XXX |
Enkele bewijzen van de rechte van Euler. |
|
Over de opppervlakte van driehoeken, formules en het bewijs van Heron. |
Over de cosinusregel en de rechte van Wallace. |
|
Vier punten met zo min mogelijk 'touw' verbinden. Knoop je dan die vier touwen in één knooppunt samen, of is er een betere oplossing? Martin Kindt bewijst dat een Steiner-net met twee knooppunten gunstiger is. |
Alle niet te vereenvoudigen breuken tussen 0 en 1 genereren door 'naïef optellen'. Het is mogelijk en Martin Kindt bewijst dat. |
|
Isoperimetrische problemen: met een koord van gegeven lengte een zo groot mogelijke rechthoekige opppervlakte omspannen. Martin Kindt bewijst dat de optimale n-hoek een gelijkzijdige n-hoek is. |
Over permutaties en polynomen. |
|
En als je dat niet doet? Dürer was zo iemand. Martin Kindt laat het bewijs van propositie 10 van Euclides herleven en bewijst dat meetkunde zonder bewijzen foute constructies kan opleveren. |
XXX |
|
Waarin de stelling van Ceva gebruikt wordt om de stelling van Routh te bewijzen en waarin Martin Kindt u een blik gunt in zijn vakantielectuur. |
De stelling van Ceva (aflevering 23 van deze rubriek) wordt vaak in één adem genoemd met de stelling van Menelaos. Deze is dan ook in deze aflevering aan de beurt. |
|
Priemgetallen, Euclides, Eratosthenes - en toch actueel! |
Trapezium en 'tussenparallellen'. |
|
De oppervlakte van een kokinje. |
Het bijzondere getal 28. |
|
Je hebt wel eens zien tennissen. De bal maakt een boog door de lucht. Dat gebeurt bij andere sporten ook wel! Kun je zo'n boog tekenen met een rechte liniaal? |
De aflevering uit het nummer ter gelegenheid van 100 jaar Freudenthal. |
|
Een mooie, maar niet zo bekende, eigenschap van de hyperbool is dat het raakpunt van een willekeurige raaklijn aan een hyperbool het midden is van het lijnstuk dat door het paar asymptoten van die raaklijn wordt afgesneden. |
Hoeveel vierkanten bevat een dambord? |
|
Wat voor een kromme beschrijft het middelpunt van een stijl van een tegen een muur staande ladder met wieltjes als deze ladder naar beneden rolt? |
Wat heb je nou aan algebra als je wilt weten hoe lang een zwaartelijn is? Het antwoord zit verscholen tussen merkwaardige producten. |
|
Spannende eigenschappen van Fibonacci- en soortgelijke rijen passeren de revue. |
In een van de eerste afleveringen van deze rubriek werd de eigenschap x + y + z = h van de gelijkzijdige driehoek besproken. Deze wordt opnieuw onder de loep genomen, maar nu met een puur meetkundig bewijs. |
|
Op 15 april was het precies 300 jaar geleden dat Leonhard Euler werd geboren. Eén van de vele onderwerpen waar hij zich mee bezighield, is de harmonische rij. |
Onder de letter C in het Woordenboek van merkwaardige en interessante meetkunde vinden we als eerste 'Caïrobetegeling'. Met deze interessante en merkwaardige tegels zijn in Caïro straten geplaveid... |
|
De grafische rekenmachine: de ene docent reageert er met afschuw op, de ander loopt ermee weg. Voor wie nog niet overtuigd is: tekenen met formules... |
Van kartonnen doosjes vol wiskunde: optimaliseringsprobleem uit de wiskunde op school. |
|
XXX |
XXX |
|
In de geschiedenis van de wiskunde heeft de cirkel ongetwijfeld de primeur waar het om het begrip raaklijn gaat. Euclides stelde al: Men zegt dat een rechte lijn een cirkel raakt, als die lijn, de cirkel ontmoetende, bij verlenging de cirkel niet snijdt. |
Via een sommetje voor onderweg leiden de parallellogrammen van Varignon en Wittenbauer de lezer naar de zwaartepunten van drie- en vierhoeken. |
|
In deze editie voeren combinatorische straatjes de lezer over virtuele straatstenen langs Fibonacci en formele machtreeksen naar een generalisatie die dan weer geïllustreerd wordt met het getal 45. |
Martin Kindt trekt analogieën tussen de discrete en de continue analyse en doet daarmee uitspraken over som- en verschilrijen. |
|
Wat hebben vierkanten, 65 en 67 met elkaar te maken? Op het eerste gezicht niet veel, maar lang voor de invoering van de AOW dachten Diophantos en Fermat hier al over na. Martin Kindt maakt het tot één geheel. |
Beschrijvende meetkunde, Alfred Dürer en kegelsnedes en ellipsen vormen de ingrediënten van opnieuw een boeiende aflevering van Wat te bewijzen is. |
|
Ook voor in de klas? Het bewijs van de stelling over de zogeheten negenpuntscirkel van een driehoek. |
Een verrassend(!) bewijs van de stelling dat de som van de hoeken van een boldriehoek groter is dan 180° wordt geleverd door Simon Stevin. |
|
Eulers Latijn is misschien Grieks voor u, maar Martin Kindt leidt de lezer zonder aarzeling langs het bewijs voor de stelling dat in elk veelvlak de som van het aantal ruimtehoeken en het aantal zijvlakken twee meer is dan het aantal ribben. |
Van slim gebruik van wiskunde in de Tweede Wereldoorlog tot hoe je dan wél de inhoud van een piramide (of kegel) berekent. |
|
Rekenkundig en meetkundig gemiddelde leiden, via een meetkundig bewijs dat het harmonisch gemiddelde kleiner is dan het meetkundig gemiddelde, tot het rekenmeetkundig gemiddelde en elliptische integralen. |
In deze edite van 'Wat te bewijzen is' leidt Martin Kindt ons van logaritmen voor alfa's naar meetkundige rijen volgens Euclides en de logaritmische methode van Fermat. |
|
In de vijfenvijftigste editie van Wat te bewijzen is neemt Martin Kindt ons mee in een verkenning van Fibonaccigetallen in de formule van Binet en in rechthoekige driehoeken waarvan de lengten van rechtshoekzijden twee opeenvolgende Fibonaccigetallen zijn. |
Van constructies van driehoeken uit drie gegevens (deels al bij Euclides te vinden!), naar de onmogelijkheid om wortel in een eindig aantal stappen met passer en liniaal te construeren. Hetzelfde geldt overigens voor de trisectie van een hoek van 60°. |
|
Met behulp van middelloodlijnen en bissectrices wordt bewezen dat de drie hoogtelijnen van een driehoek door hetzelfde punt gaan. Ook wordt de ingeschreven driehoek met de kleinst mogelijke omtrek bepaald. |
Wederkerige polynomen zijn sinds 1958 geen deel meer van de examenstof, maar toch is er een aantal situaties waarin de wederkerige vergelijking een rol speelt. Deze aflevering van Wat te bewijzen is besteedt aandacht aan de construeerbaarheid van de regelmatige p-hoek. |
|
In deze editie van Wat te bewijzen is wordt de Stelling van Ptolemaeus aan het vergeetboek ontrukt, waarbij enkele mogelijke bewijzen de revue passeren. |
Beginnend met mooie herinneringen aan de driehoek van Pascal op de middelbare school, voert deze editie van Wat te bewijzen is langs onder andere de harmonische driehoek van Leibniz en het 'harmonisch oneindige' van Oresme, via alternerende rijen tot een verrassende kettingbreuk van Brouncker, waarmee uiteindelijk twee voorstellingen van aan elkaar geknoopt worden. |
|
Martin Kindt schreef niet minder dan zestig afleveringen van de rubriek Wat te bewijzen is. Dat is vijftien jaar lang elk nummer een stuk! In elk van deze artikelen vinden we een elegante mengeling van wiskunde, didactiek, historie en opinie. In dit afsluitende 'Wat te bewijzen was' kijkt Martin terug op zijn eigen eerste bewijs en op de eerste aflevering van deze indrukwekkende rubriek. |
||
|