Als twee driehoeken twee stel even lange zijden hebben ( en ) en dan zijn hun bases of hun zijden ( en ) ook even lang. De driehoeken zijn dus in alle opzichten gelijk.
Plaats de twee driehoeken zo dat de even grote hoeken, en
, op elkaar liggen en samenvalt met . Dan zal samenvallen met , of tussen de twee lijnstukken zal ruimte bestaan, wat onmogelijk is (ax 10). Dus = , = en = . Oftewel de driehoeken en vallen samen, en zijn dus in alle opzichten gelijk. QED
|
Congruente driehoeken: geval zhz |