Als een halve lijn ( ) op een andere rechte lijn
( ) staat en daarmee hoeken maakt, dan zijn dat ofwel twee rechte hoeken ofwel twee hoeken samen gelijk aan twee rechte hoeken.
Als ⊥ , dan en = (def 10).
Maar als niet ⊥ ,
teken dan ⊥ (prop 11).
Nu geldt + = (constr) en
= = + .
dus + = + + (ax 2) = + = .
QED
vorige / volgende
|
Over de gestrekte hoek
Figuur propositie 13
|