Als een halve lijn () op een andere rechte lijn () staat en daarmee hoeken maakt, dan zijn dat ofwel twee rechte hoeken ofwel twee hoeken samen gelijk aan twee rechte hoeken.
Als ⊥ , dan en = (def 10).
Maar als niet ⊥ , teken dan ⊥ (prop 11). Nu geldt + = (constr) en = = + . dus + = + + (ax 2) = + = .
QED
|
Over de gestrekte hoek |