Propositie 7 Stelling

Op dezelfde basis (zw lijn), en aan dezelfde zijde ervan kunnen niet
twee driehoeken bestaan waarvan de aangrenzende zijden (ro lijn en ro lijn, bl lijn en bl lijn) aan beide uiteinden van dezelfde basis, even lang zijn.

 

Als twee driehoeken op dezelfde basis staan, en aan dezelfde zijde ervan,
zal het toppunt van de ene ofwel buiten de andere driehoek vallen, of erbinnen,
of op één van z’n zijden liggen.

 

Als het mogelijk is de twee driehoeken zo te construeren dat

ro lijn = ro lijn én bl lijn = bl lijn,

teken dan zw stlijn.

Nu moet zwrohoek = blhoek (prop 5)

 

Oftewel, rohoek < blhoek en dus rohoek < blgehoek.

Maar rohoek = blgehoek (prop 5), wat absurd is.

 

Daarom kunnen de twee driehoeken hun aangrenzende zijden niet even lang hebben aan beide uiteinden van de basis.

QED

 

vorige / volgende

Congruente driehoeken: geval zzz
 

Figuur propositie 7