Als een lijnstuk op enigerlei wijze in twee delen verdeeld is ,
dan is het vierkant op het hele lijnstuk gelijk aan de som van
de rechthoeken gevormd door het hele lijnstuk en elk van zijn delen:
2 =
⋅ +
⋅ .
Teken (prop 46 uit Boek I).
En teken parallel aan (prop 31 uit Boek I).
Nu geldt: = 2.
Ook geldt:
= ⋅ =
⋅ en
= ⋅ =
⋅ .
Dus = + .
Oftewel, 2 =
⋅ +
⋅ .
QED
vorige / volgende
|
Optelling van oppervlakken:
(a + b)2 = (a + b) a + (a + b) b
Figuur propositie 2
|