Propositie 46 Probleem

Op een gegeven lijnstuk (zw lijn) een vierkant construeren.

 

Teken bl lijn en = zw lijn (prop 11 en prop 3).

Teken ro lijn // zw lijn tot hij ge lijn // bl lijn snijdt.

 

In 4kant bl lijn = zw lijn (constr).

gehoek = een rechte hoek (constr).

Dus rohoek = gehoek = een rechte hoek (prop 29).

En de overige zijden en hoeken moeten gelijk zijn (prop 34).

 

En daarom is 4kant een vierkant (def 27).

QED

 

vorige / volgende

Vierkant construeren
zie ook hier
 


Figuur propositie 46