Propositie 20 Stelling

De hoek bij het middelpunt van de cirkel, is twee keer
de hoek op de omtrek, als ze hetzelfde deel van de omtrek als basis hebben.

Middelpuntshoek is twee keer omtrekshoek

Figuur I

Laat het middelpunt van de cirkel op rostre liggen, een been van gehoek.

Omdat zw lijn = ro lijn, moet gehoek = rohoek (prop 5 uit Boek I).

 

Ook geldt: blhoek = gehoek + rohoek.

Oftewel, blhoek = 2 gehoek (prop 32 uit Boek I).

Figuur propositie 20, figuur I

Figuur II

Laat het middelpunt van de cirkel binnen rogehoek liggen, de hoek op de omtrek.

Teken zw lijn van het hoekpunt naar het middelpunt van de cirkel.

Dan rohoek = rohoek en gehoek = gehoek,

omdat de benen even lang zijn (prop 5 uit Boek I).

 

Oftewel, rohoek + rohoek + gehoek + gehoek = 2 rogehoek.

Ook geldt: zwhoek = rohoek + rohoek en

blhoek = gehoek + gehoek.

Dus zwblhoek = 2 rogehoek.

Figuur propositie 20, figuur II

Figuur III

Laat het middelpunt van de cirkel buiten rohoek3 liggen.

Teken ro lijn, de diameter.

 

Omdat blgehoek = 2 zwrohoek en

blhoek = 2 zwhoek3 (geval I).

Dus gehoek3 = 2 rohoek3.

QED

 

vorige / volgende

Figuur propositie 20, figuur III