Als twee koorden en elkaar in een cirkel snijden, |
|
Figuur IAls de gegeven lijnstukken door het middelpunt gaan, Dus de rechthoeken op de segmenten zijn de vierkanten op hun helften |
|
Figuur IILaat door het middelpunt gaan en niet.
Teken en . Dan ⋅ = 2 − 2 (prop 6 uit Boek II). Of ⋅ = 2 − 2. Dus ⋅ = ⋅ (prop 5 uit Boek II). |
|
Figuur IIILaat geen van beide lijnen door het middelpunt gaan. Teken door het snijpunt een diameter .
Dan geldt: ⋅ = ⋅ (zie deel 2). Ook geldt: ⋅ = ⋅ (zie deel 2). Dus ⋅ = ⋅ . QED
|