Propositie 9 Probleem

Een cirkel omschrijven om een gegeven vierkant 4kant.

 

Teken de diagonalen blstre en zwstre die elkaar snijden.

Omdat ro3hoek en ge3hoek gelijke zijden hebben en
de basis blstre gemeenschappelijk is, geldt:

gehoek = zwhoek (prop 8 uit Boek I).

Oftewel, zwgehoek is doormidden gedeeld.

Op dezelfde manier is aan te tonen dat roblhoek doormidden gedeeld is.

 

Ook geldt: zwgehoek = roblhoek.

Daarom geldt voor hun helften: zwhoek = rohoek.

Dus zw lijn = bl lijn (prop 6 uit Boek I).

 

Op dezelfde manier is te bewijzen dat bl lijn = zw lijn = zw stlijn = bl stlijn.

 

Als nu met het snijpunt van deze lijnen als middelpunt en
één van deze lijnen als straal een cirkel wordt beschreven,
omschrijft deze het gegeven vierkant.

QED

 

vorige / volgende


Figuur propositie 9