Een cirkel omschrijven om een gegeven vierkant .
Teken de diagonalen en die elkaar snijden. Omdat en gelijke zijden hebben en = (prop 8 uit Boek I). Oftewel, is doormidden gedeeld. Op dezelfde manier is aan te tonen dat doormidden gedeeld is.
Ook geldt: = . Daarom geldt voor hun helften: = . Dus = (prop 6 uit Boek I).
Op dezelfde manier is te bewijzen dat = = = .
Als nu met het snijpunt van deze lijnen als middelpunt en QED
|