Propositie 23 Stelling

Gelijkhoekige parallellogrammen (gepara en blpara)
verhouden zich tot elkaar in een verhouding samengesteld uit
de verhoudingen tussen hun zijden.

 

Laat twee van de zijden bl lijn en ge stlijn om de gelijke hoeken
zo geplaatst zijn dat ze in elkaars verlengde liggen.

 

Daar rohk + gehk = 2rehkn en zwhk = rohk (hyp),

moet zwhk + gehk = 2rehkn.

Dus ro lijn en zw lijn liggen in elkaars verlengde (prop 14 uit Boek I).

Maak ropara af.

 

Daar gepara : ropara :: bl lijn : ge stlijn (prop 1 uit Boek VI)

en ropara : blpara :: zw lijn : ro lijn (prop 1 uit Boek VI),

moet gepara tot blpara een verhouding hebben samengesteld uit
de verhoudingen van bl lijn tot ge lijn en van zw lijn tot ro lijn.

QED

 

vorige / volgende


Figuur propositie 23