Als gelijkvormige en gelijk gesitueerde parallellogrammen
( en ) een gemeenschappelijke hoek hebben,
liggen ze om dezelfde diagonaal.
Stel dat de diagonaal is van .
Teken // (prop 31 uit Boek I).
Daar en 
om dezelfde diagonaal liggen en gemeen hebben,
zijn ze gelijkvormig (prop 24 uit Boek VI).
Dus geldt: : = : .
Ook geldt: : = : (hyp).
Daarom : = : .
Nu moet = (prop 9 uit Boek V), wat absurd is.
Dus is niet de diagonaal van .
Op dezelfde wijze is aan te tonen dat het geen andere lijn
behalve kan zijn.
QED
vorige / volgende
|