Als een gelijkvormige rechtlijnige figuur wordt beschreven op
de zijden van een rechthoekige driehoek ( ),
dan is de figuur beschreven op de zijde ( ) tegenover de rechte hoek
gelijk aan de som van de figuren op de andere zijden.
Teken vanaf de rechte hoek loodrecht op .
Dan : = : (prop 8 uit Boek VI).
Dus : = : (prop 20 uit Boek VI).
Ook geldt: : = : (prop 20 uit Boek VI).
Dus ( + ) : = ( + ) : .
Nu geldt ook: + = .
En dus + = .
QED
vorige / volgende
|