Propositie 34 Stelling

De tegenover elkaar liggende zijden en hoeken van ieder parallellogram zijn gelijk,
en de diagonaal (zw lijn) verdeelt het in twee gelijke delen.

 

blhoek = gehoek
en rohoek2 = rohoek1 (prop 29) en zw lijn is gemeenschappelijk in de twee driehoeken.

 

Daarom ro lijn = ro stlijn,

ge lijn = bl lijn en

zwhoek2 = zwhoek1 (allemaal prop 26).

 

En dus roblhoek = rogehoek (ax 2).

 

Daarom zijn de tegeonover elkaar liggende zijden en hoeken van het parallellogram gelijk.

 

En omdat de driehoeken 3hoek1 en 3hoek2 in ieder opzicht gelijk zijn (prop 4),

verdeelt de diagonaal het prallellogram in twee gelijke delen.

QED

 

vorige / volgende

Parallellogrammen
 


Figuur propositie 34