Propositie 3 Stelling

Als een lijnstuk (zw lijn) getekend door het middelpunt van een cirkel cirkbl
een koorde die niet door het middelpunt gaat, doormidden snijdt (rostre),
staat hij loodrecht op die koorde;
én, als dit lijnstuk loodrecht op de koorde staat, snijdt hij die doormidden.

 

Teken bl lijn en ge lijn naar het middelpunt van de cirkel.

In 3hoek1 en 3hoek2 geldt:

ge lijn = bl lijn,

zw lijn is gemeenschappelijk en

ro lijn = ro stlijn.

 

Dus zwhoek = gehoek (prop 8 uit Boek I).

En dus zw lijn rostre (def 11 uit Boek I).

 

Laat nu zw lijn rostre.

Dan geldt in 3hoek1 en 3hoek2:

blhoek = rohoek (prop 5 uit Boek I),

zwhoek = gehoek (hyp) en

ge lijn = bl lijn.

 

Dan moet ro lijn = ro stlijn (prop 26 uit Boek I).

Dus zw lijn snijdt rostre doormidden.

QED

 

vorige / volgende


Figuur propositie 3