Als een lijnstuk ( ) getekend door het middelpunt van een cirkel 
een koorde die niet door het middelpunt gaat, doormidden snijdt ( ),
staat hij loodrecht op die koorde;
én, als dit lijnstuk loodrecht op de koorde staat, snijdt hij die doormidden.
Teken en naar het middelpunt van de cirkel.
In en geldt:
= ,
is gemeenschappelijk en
= .
Dus = (prop 8 uit Boek I).
En dus ⊥ (def 11 uit Boek I).
Laat nu ⊥ .
Dan geldt in en :
= (prop 5 uit Boek I),
= (hyp) en
= .
Dan moet = (prop 26 uit Boek I).
Dus snijdt doormidden.
QED
vorige / volgende
|