Propositie 31 Stelling

In een cirkel is de hoek op een halve cirkel recht,
de hoek in een segment groter dan een halve cirkel is scherp en
de hoek in een segment kleiner dan een halve hoek is stomp.

Stelling van Thales

Figuur I

De hoek gezw hoek in een halve cirkel is een rechte hoek.

Teken ro lijn en blzw lijn.

Dan geldt: rohoek1 = gehoek1 en blhoek1 = zwhoek (prop 5 uit Boek I).

Dus blhoek1 + rohoek1 = gezw hoek =
helft van twee rechte hoeken = een rechte hoek (prop 32 uit Boek I).

Figuur propositie 31, figuur I

Figuur II

De hoek blhoek2 in een segment groter dan een halve cirkel is scherp.

 

Teken ro lijn, de diameter, en bl lijn.

Dan geldt: blrohoek = een rechte hoek.

Dus blhoek2 is scherp.

Figuur propositie 31, figuur II

Figuur III

De hoek rohoek3 in een segment kleiner dan een halve cirkel is stomp.

 

Neem in het tegenoverliggende deel van de omtrek een punt.

Teken daar bl lijn = ro lijn naartoe.

 

Omdat gehoek3 + rohoek3 = 2 rehkn (prop 22 uit Boek III)

en gehoek3 < 1 rehk (zie deel 2),

geldt: rohoek3 is stomp.

QED

 

vorige / volgende

Figuur propositie 31, figuur III