Propositie 4 Probleem

In een gegeven driehoek 3hoek een cirkel inschrijven.

 

Verdeel blgehoek en wizwhoek in twee gelijke hoeken met bl stlijn en bl lijn.

Teken zw stlijn, ge stlijn en ro stlijn vanuit het punt waar deze lijnen elkaar snijden,

loodrecht op respectievelijk zw lijn, ge lijn en ro lijn.

 

In 3hoek2 en 3hoek1 geldt:

gehoek = blhoek, rohoek2 = rohoek1 en bl stlijn is gemeenschappelijk.

Dus ge stlijn = zw stlijn (prop 4 en prop 26 uit Boek I).

 

Op dezelfde wijze is aan te tonen dat ro stlijn = zw stlijn.

Dus zw stlijn = ge stlijn = ro stlijn.

Beschrijf daarom met één van deze lijnen als straal zw cirk en

deze zal door de uiteinden van de andere twee gaan.

En de zijden van de gegeven driehoek, die loodrecht op de stralen staan en door de uiteinden van de stralen gaan, zullen de cirkel raken (prop 16 uit Boek III).

Daarom is deze cirkel ingeschreven in de gegeven driehoek.

QED

 

vorige / volgende

In driehoek ingeschreven cirkel
(omdat ieder punt op bissectrice zelfde afstand heeft tot
de benen van de hoek die hij doormidden deelt én
de bissectrices door één punt gaan)
 


Figuur propositie 4