Propositie 5 Probleem

Om een gegeven driehoek een cirkel omschrijven.

 

Maak bl lijn = bl stlijn en ro lijn = ro stlijn (prop 10 uit Boek I).

Teken vanuit de middens van deze zijden
ge lijn en ge stlijn bl lijn en ro lijn (prop 11 uit Boek I).

En teken vanuit het snijpunt hiervan zw lijn, zw stlijn en zw dlijn.

Beschrijf de cirkel met één hiervan als straal en dat zal de gevraagde cirkel zijn.

 

In 3hoek1 en 3hoek2 geldt:

bl stlijn = bl lijn (constr), ge lijn is gemeenschappelijk, zwhoek = rohoek (constr).

Dus zw lijn = zw stlijn (prop 4 uit Boek I).

 

Op dezelfde wijze is aan te tonen dat zw dlijn = zw stlijn.

Dus zw stlijn = zw lijn = zw dlijn.

En daarom omschrijft de cirkel beschreven met het snijpunt van deze drie lijnen
als middelpunt en één van deze lijnen als straal de gegeven driehoek.

QED

 

vorige / volgende

Om driehoek omgeschreven cirkel
(omdat ieder punt op middelloodlijn zelfde afstand heeft tot
eindpunten van lijnstuk dat hij doormidden deelt én
de middelloodlijnen door één punt gaan)
 


Figuur propositie 5