Om een cirkel in een gegeven gelijkzijdige en gelijkhoekige vijfhoek in te schrijven.
Laat een gegeven gelijkhoekig en gelijkzijdig pentagoon zijn. Gevraagd is hierin een cirkel in te schrijven.
Maak = , en = (prop 9 uit Boek I). Teken , , , enzovoort. Omdat = , = en gemeenschappelijk is aan moet = en = (prop 4 uit Boek I).
Nu geldt: = = 2 ⋅ . Dus ook = 2 ⋅ . Daarom is in tweeën gedeeld door .
Op dezelfde manier is aan te tonen dat in tweeën gedeeld is door en dat de overige hoeken van het polygoon op dezelfde manier in tweeën gedeeld zijn.
Teken , , enzovoort ⊥ op de zijden van het pentagoon. Dan geldt in de twee driehoeken en : = (constr), is gemeenschappelijk en = = een rechte hoek. Dus = (prop 26 uit Boek I).
Op dezelfde wijze is aan te tonen dat de vijf loodlijnen
Beschrijf met één van de loodlijnen als straal. Dit is de gevraagde ingeschreven cirkel. Want als de cirkel de zijden van het pentagoon niet raakt maar snijdt, valt een lijnstuk getekend vanaf het hoekpunt van de rechte hoeken Hiervan is aangetoond dat het absurd is (prop 16 uit Boek III). QED
|