Als het lijnstuk ()
een externe hoek van de driehoek doormidden deelt
en het verlengde van de overstaande zijde () snijdt,
zijn het hele verlengde lijnstuk () en het externe segment ()
proportioneel aan de zijden ( en )
die om de hoek naast de externe doormidden gesneden hoek ligt.
Want als getekend wordt // ,
dan = (prop 29 uit Boek I)
= (hyp), = (prop 29 uit Boek I).
Dus = (prop 6 uit Boek I)
en : = : (prop 7 uit Boek V).
Ook geldt: : = : (prop 2 uit Boek VI).
En daarom : = : (prop 11 uit Boek V).
QED
vorige / volgende
|