Als een hoek van een driehoek doormidden gesneden wordt door een lijnstuk,
Laat getekend zijn, die = maakt. Dan geldt: ⋅ = ⋅ + 2.
Beschrijf om (prop 5 uit Boek IV). Verleng tot hij de cirkel snijdt. En teken .
Daar = (hyp) en = (prop 21 uit Boek III), moeten en gelijkhoekig zijn (prop 32 uit Boek I). Dus : :: : (prop 4 uit Boek VI). En dus ⋅ = ⋅ (prop 16 uit Boek VI) = ⋅ + 2 (prop 3 uit Boek II).
Ook geldt: ⋅ = ⋅ (prop 35 uit Boek III). Daarom geldt: ⋅ = ⋅ + 2. QED
|