Als een lijnstuk in twee delen verdeeld is , 2 = 2 + 2 + 2 ⋅ ⋅ .
Teken (prop 46 uit Boek I). Teken ook (post 1 uit Boek I) en // alsmede // (beide prop 31 uit Boek I).
Nu geldt: = (prop 5 uit Boek I) en = (prop 29 uit Boek I). Dus = .
Vanwege (prop 6, prop 29 en prop 34 uit Boek I) is nu een vierkant = 2. Om dezelfde redenen is een vierkant = 2.
Ook geldt: = = ⋅ (prop 43 uit Boek I).
Daar = + + + , moet 2 = 2 + 2 + 2 ⋅ ⋅ . QED
|
Bijzondere algebraïsche produkten: (a + b)2 = a2 + 2 ab + b2 |