IGelijke driehoeken die een hoek in elk gelijk hebben ( = ), IIEn twee driehoeken die een hoek van de ene gelijk hebben aan een hoek in de andere ILaat de driehoeken zo geplaatst zijn dat Hierdoor liggen ook en in elkaars verlengde (prop 14 uit Boek I).
Teken .
Dan geldt: : = : (prop 1 uit Boek VI) = : (prop 7 uit Boek V) = : (prop 1 van Boek VI). Dus : = : (prop 11 uit Boek V). IILaat de constructie hetzelfde blijven. Dan geldt: : = : (prop 1 uit Boek VI). Ook geldt: : = : (prop 1 uit Boek VI). Ook geldt: : = : (hyp). Dus : = : (prop 11 uit Boek V). Daarom moet = (prop 9 uit Boek V). QED
|