Propositie 23 Stelling

Versie Oliver Byrne

Als er een aantal hoeveelheden is en net zoveel andere, die twee aan twee genomen in gekruiste volgorde, dezelfde reden hebben; dan zal de eerste tot de laatste van de eerste hoeveelheden dezelfde reden hebben die de eerste van de andere heeft tot de laatste van deze.

Nbl lijn Dit wordt normaal gesproken aangeduid met de woorden 'ex aequali in proportione perturbatâ' of 'ex aequo perturbato'.

 

Neem eerst de hoeveelheden blhang, blhang en ro4kant zijn en net zoveel andere geruit, bldrup en rorond,

die twee aan twee genomen in gekruiste volgorde dezelfde ratio hebben.

Dat is blhang : blhang = bldrup : rorond en blhang : ro4kant = blhang : blhang.

Dan zal blhang : ro4kant = geruit : rorond.


Laat deze hoeveelheden en hun respectieve gelijke veelvouden als volgt gerangschikt zijn:

blhang, blhang, ro4kant, geruit, bldrup en rorond alsmede M blhang, M blhang, m ro4kant, M geruit, m bldrup, m rorond.


Dan geldt: blhang : blhang = M blhang : M blhang (prop 15 uit Boek V).

En om dezelfde reden bldrup : rorond = m bldrup : m rorond.

Ook geldt: blhang : blhang = bldrup : rorond (hyp).

Dus M blhang : M blhang = bldrup : rorond (prop 11 uit Boek V).


En omdat blhang : ro4kant = geruit : bldrup (hyp),
moet M blhang : m ro4kant = M geruit : m bldrup (prop 4 uit Boek V).


Omdat er drie hoeveelheden zijn, M blhang, M blhang, m ro4kant

en drie andere M geruit, m bldrup, m rorond,

die twee aan twee genomen in gekruiste volgorde dezelfde reden hebben,

geldt: als M blhang >, = of < m ro4kant, dan zal M geruit >, = of < m rorond (prop 21 uit Boek V).

En dus geldt: blhang : ro4kant = geruit : rorond (prop 5 uit Boek V).


Laat er nu vier hoeveelheden zijn: ge5hoek, blhang, ro4kant en zwboom en vier andere: geruit, bldrup, rorond en zw3hoek,

die twee aan twee in gekruiste volgorde genomen dezelfde ratio hebben.

Dat wil zeggen: ge5hoek : blhang = rorond : zw3hoek, blhang : ro4kant = bldrup : rorond en ro4kant : zwboom = geruit : bldrup.

Dan zal ge5hoek : zwboom = geruit : zw3hoek.


Omdat ge5hoek, blhang en ro4kant drie hoeveelheden zijn en bldrup, rorond en zw3hoek drie andere,
die twee aan twee genomen in gekruiste volgorde dezelfde ratio hebben,

moet als in het eerste geval gelden: ge5hoek : ro4kant = bldrup : zw3hoek.


Ook geldt: ro4kant : zwboom = geruit : bldrup.

En daarom geldt weer als in het eerste geval: ge5hoek : zwboom = geruit : zw3hoek.


En zo verder, wat het aantal hoeveelheden ook is.


Dus als er een aantal hoeveelheden, enzovoort...

Als Als a : b = e : f en b : c = d : e, dan a : c = d : f


zie ook def 18 uit Boek V

Naar de versie van David E. Joyce à la Byrne

Als er drie hoeveelheden zijn en evenveel andere hoeveelheden,
die twee aan twee genomen dezelfde ratio hebben,
en de volgorde wordt omgedraaid
(ro lijn : bl lijn = bl stlijn : ge stlijn en bl lijn : ge lijn = ro stlijn : bl stlijn) (def 18 uit Boek V),
dan hebben ze ook ex equo dezelfde ratio (ro lijn : ge lijn = ro stlijn : ge stlijn).


Neem gelijke veelvouden ro dun, bl dun en ro ptlijn
van ro lijn, bl lijn en ro stlijn en
neem andere gelijke veelvouden van ge dun, bl ptlijn en ge ptlijn
van ge lijn, bl stlijn en ge stlijn.


Omdat ro dun en bl dun gelijke veelvouden van ro lijn en bl lijn zijn en
delen dezelfde ratio tot elkaar hebben als hun veelvouden,
moet ro lijn : bl lijn = ro dun : bl dun (prop 15 uit Boek V).

Om dezelfde reden geldt: bl stlijn : ge stlijn = bl ptlijn : ge ptlijn.

Voorts geldt: ro lijn : bl lijn = bl stlijn : ge stlijn.

Dus moet ro dun : bl dun = bl ptlijn : ge ptlijn (prop 11 uit Boek V).


Omdat bl lijn : ge lijn = ro stlijn : bl stlijn,
moet verwisseld gelden: bl lijn : ro stlijn = ge lijn : bl stlijn (prop 16 uit Boek V).


En daar bl dun en ro ptlijn gelijke veelvouden van bl lijn en ro stlijn zijn en
delen tot elkaar dezelfde ratio hebben als hun gelijke veelvouden,
moet bl lijn : ro stlijn = bl dun : ro ptlijn (prop 15 uit Boek V).

Ook geldt bl lijn : ro stlijn = ge lijn : bl stlijn.

Dus ook bl dun : ro ptlijn = ge lijn : bl stlijn (prop 11 uit Boek V).


En omdat ge dun en bl ptlijn gelijke veelvouden van ge lijn en bl stlijn zijn,
moet ge lijn : bl stlijn = ge dun : bl ptlijn (prop 15 uit Boek V).

Verder geldt: ge lijn : bl stlijn = bl dun : ro ptlijn,
dus ook bl dun : ro ptlijn = ge dun : bl ptlijn.

Verwisseling geeft: bl dun : ge dun = ro ptlijn : bl ptlijn (prop 16 uit Boek V).

Ook is bewezen dat ro dun : bl dun = bl ptlijn : ge ptlijn.

Daar drie hoeveelheden ro dun, bl dun en ge dun en
evenveel andere hoeveelheden ro ptlijn, bl ptlijn en ge ptlijn,
die twee aan twee genomen dezelfde ratio hebben bij omkering van de volgorde,
moet ex equo gelden:
als ro dun >, = of < ge dun, ro ptlijn >, = of < ge ptlijn (prop 21 uit Boek V).


Bovendien zijn ro dun en ro ptlijn gelijke veelvouden van ro lijn en ro stlijn.

Net zoals ge dun en ge ptlijn van ge lijn en ge stlijn .

Dus geldt: ro lijn : ge lijn = ro stlijn : ge stlijn (def 5 uit Boek V).


Daarom geldt: Als er drie hoeveelheden zijn en evenveel enzovoort.

Figuur propositie 23

vorige / volgende